Dmitry

Onder de noemer maatschappelijke uitvaarten verzorgen we af en toe en begrafenis van iemand die, voor zover we dan weten, geen familie heeft. Vorig jaar augustus waren de raadsels nog veel groter, toen we iemand begroeven van wie we zelfs de naam niet wisten. Nu is dat raadsel eindelijk opgelost! NN1116 heeft een naam: Dmitry Jurjevich Milyutin. Het hele verhaal van de man is nog niet bekend. Het is in elk geval een triest verhaal. Toch is er ook opluchting. Een volstrekt onbekende begraven is nogal onbevredigend. Nu weten we in elk om wie het ging. En kennen we een klein stukje van zijn verhaal. In samenwerking met journalist Istvan Kövi en tolk Elita van Vulpen kon ik gisteren zijn naam op het graf plaatsen en daarmee gelukkig de begrafenis iets verder afmaken. Zijn ouders zien hemzelf niet meer terug. Maar ze kunnen, als ze vandaag uit Rusland in Amersfoort aankomen, in elk geval zijn graf bezoeken.
Lees het verhaal in het Algemeen Dagblad.

François, of: een kinderhand is gauw gevuld.

13 jaar was ie, François. En met een grote blauwe beer tegen de borst geklemd zat ie naast me, op weg naar de begraafplaats. De hele week was ie al afwisselend verdrietig en opgetogen geweest. Nu eens stil in een hoekje op de bank, dan weer met zijn wijsneus vooraan, quasi-volwassen meepratend over grote-mensendingen. Daarstraks, bij het sluiten van de kist, was zijn kinderlijke verdriet hartverscheurend geweest. Maar toen ik dacht dat ik hem aan mijn belofte moest herinneren had ik het mis. Hij had er de hele week al naar uit gezien en zijn ogen gingen direct glimmen van plezier.

Zijn pleegmoeder was overleden. Hij woonde al bijna tien jaar bij haar in huis en wist niet beter of ze was zijn tweede moeder. Met veel liefde had ze hem opgevangen toen ie niet meer thuis kon wonen. En toen bleek dat hij meer dan normale aandacht nodig had, had ze daar veel voor opzij gezet en hem alle begeleiding geschonken. Hij had heel veel aan haar gehad, meer dan hij op dat moment zelf kon beseffen. En nu was ze er niet meer. Na de eerste “verkoudheid” was ze in een paar maanden tijd doodziek geworden en na twee weken op bed als een nachtkaarsje uitgegaan. Dankzij de lichte balseming lag ze er prachtig bij, dat wel. Dag aan dag zat ie naast haar, met het idee dat ze toch nog een klein beetje bij hem was. Maar dat ze nooit meer een woord zou zeggen, nooit meer een klein glimlachje zou geven, dat had François heel goed door. Anne was dood.

Hoe het verder met hem zou moeten was niet duidelijk. De oude tantes die in de laatste weken in huis geweest waren zouden over een paar dagen weer weg gaan. Zijn moeder zag ie soms maanden niet en zijn vader was te druk met zijn werk en zijn eigen besognes om François de extra zorg te geven die hij nodig had. Een opa, dat was alles wat ie nog had, daar zou ie eerst moeten wonen. Maar opa was ook al flink op leeftijd. Dat dit jongetje het nog lastig zou krijgen was me direct al duidelijk.

Ik wilde het allemaal iets minder zwaar voor hem maken. Een glimlach aan zijn adres ontspande hem soms al zichtbaar. Ik betrok hem bij de gesprekken en de keuzes. En ik gaf hem kleine opdrachten, om hem actief bezig te laten zijn met de uitvaart en alles wat eromheen gebeurde. Maar dat viel allemaal totaal in het niet bij mijn belofte op dag één. Daar had is de hele week opgetogen naar uitgekeken. Soms controleerde ie of ik het nog wel wist, donderdag mag ik…??

Ja François, donderdag mag jij voorin de rouwauto meerijden. Dan ben jij degene die helemaal tot het laatst met Anne meegaat, jij en niemand anders. Dan glommen zijn ogen. Dan vergat ie zijn verdriet eventjes en genoot alleen nog maar. Donderdag…

Met die grote beer op schoot zat ie enthousiast te genieten. Hij besefte heel goed dat Anne er niet meer was en dat hij voor het allerlaatst met haar meereed. Maar tegelijk genoot hij met volle teugen. Diep verdriet, verlicht met een groot plezier. Zo simpel kan het soms zijn.

Natuurbegraafplaats in Doorn

De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft op 17 september 2015 besloten een deel van de Nieuwe Algemene Begraafplaats in Doorn te bestemmen tot natuurbegraafplaats. Dat verklaarde raadsgriffier Water Hooghiemstra desgevraagd.   In eerste instantie gaat het om ca. 1,5 hectare, waar ca. 130-140 natuurgraven kunnen worden uitgegeven. Vanaf 1 november a.s. kunnen de eerste graven in gebruik worden genomen.

De gemeente sluit daarbij aan aan de trend om te begraven in de natuur. Zo weinig mogelijk aanpassingen aan het landschap en het nalaten van onderhoud zijn daarbij de belangrijkste verschillen met begraven op traditionele begraafplaatsen. Ook is vaak eeuwige of langdurige grafrust aan de orde, wat op traditionele begraafplaatsen juist in het algemeen niet meer mogelijk is.

Eeuwige grafrust betekent in Doorn een termijn van 99 jaar. De gemeente wil op lange termijn nog wel enige grip houden op het gebied en niet voor altijd vast zitten aan de begraafplaats.

De gemeente hoopt met deze stap meer inkomsten te verwerven en de exploitatie van de begraafplaatsen sluitend te krijgen. De natuurgraven zijn dan ook vrij prijzig. Een natuurgraf voor een persoon kost € 5.160,-. ter vergelijking: een natuurgraf op Natuurbegraafplaats Heidepol in Arnhem/Ede kost € 3.250,- tot € 3.750,-. De graven op Heidepol worden wel voor onbepaalde tijd uitgegeven.

Het is naar onze mening  een mooie ontwikkeling dat een gemeente aansluiting zoekt bij de trends op uitvaartgebied en actief beleid voert om de exploitatie van de begraafplaatsen financieel te waarborgen.

——————————–

Het laatste nieuws (19 januari 2016):

De gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft vanochtend de nieuwe natuurbegraafplaats in Doorn officieel gepresenteerd aan de uitvaartondernemers in de regio. Op 10 december 2015 was de natuurbegraafplaats al daadwerkelijk in gebruik genomen door de begrafenis van een inwoner van de gemeente. De gemeente heeft extra hard gewerkt om de uitdrukkelijke laatste wens van deze inwoner mogelijk te maken.

De begraafplaats ziet er zeer natuurlijk uit. Het gaat om een (klein) stuk bos met twee natuurlijke paden aan de rand van de “normale” begraafplaats. Er kunnen 148 mensen begraven worden op perceeltje van ca 36 m2. De graven zijn één diep, dus helaas is het niet mogelijk om meerdere personen in een graf te begraven. Een paar dat naast elkaar begraven wil worden moet dus twee graven naast elkaar kopen, zoals overigens gebruikelijk is bij natuurbegraafplaatsen.

Grafmonumenten zijn slechts zeer beperkt toegestaan. De gemeente levert een boomschijf, waarin de naam van de overledene wordt gebrand. Eventueel is het mogelijk om een kleine zwerfkei als grafmonument op het graf te leggen. Om het natuurlijke karakter van het bos niet aan te tasten zijn andere gedenktekenen en versieringen niet toegestaan.

Volgens het Besluit op de Lijkbezorging (1997) mag een lichaam in elk graf slechts begraven worden in een biologisch afbreekbaar omhulsel. Op een natuurbegraafplaats luistert dat nog nauwer dan op andere begraafplaatsen. In principe moeten alle kunststoffen in de kist worden vermeden, dus ook nylons en andere synthetische kleding en andere attributen. De gemeente legt de verantwoordelijkheid hiervoor bij de familie zelf. In de praktijk betekent dit dat die verantwoordelijkheid bij de begrafenisondernemer ligt, omdat de familie van een overledene hiervan niet op de hoogte is.

5 september Opening Afscheidshuis

Na maanden van voorbereiding is het dan zo ver: Afscheidshuis de Poort aan de Soesterweg 187-1 wordt geopend.

Op zaterdag 5 september 2015 om 12.00 uur zal wethouder Menno Tigelaar het afscheidshuis officieel openen. Je bent van harte welkom om dat mooie moment bij te wonen en aansluitend het huis te bekijken, onder het genot van een hapje en een drankje. Aansluitend licht interieurstylist Sander van Eyck van Cocoon Living, die het afscheidshuis heeft ingericht, kort toe waarom hij het afscheidshuis heeft vormgegeven zoals het eruit ziet.

De opening krijgt natuurlijk een feestelijk tintje, iets lekkers bij de koffie zal niet ontbreken en zorgt Marlies van Houwelingen voor muzikale omlijsting. Ook is er meer te zien dan het afscheidshuis zelf. Een prachtige rouwkoets van Stalhouderij Martin Bakker, een ouderwetse Daimler rouwauto en onze eigen zilvergrijze Buick rouwauto, maar ook grafmonumenten van AMW Grafzerken, de Groene Grafmomumenten van ontwerpster Madelon Revermann, het Hemel-Bed, ook van Madelon en prachtige lijkwaden van Atelier Alewijn. Ook kunt u kennis maken met ritueelbeleidster Bea van de Hoef en is er een boekentafel met boeken over verlies. Fotograaf Joost Enkelaar zal foto’s maken die later ook te bekijken, zijn. En vergeet niet om even over de oude algemene begraafplaats te lopen, waarop het afscheidshuis gevestigd is. Die is de moeite waard.

U bent van harte welkom, zaterdag 5 september van 12.00 tot 16.00 uur. Soesterweg 187-1 in Amersfoort.

 

In stilte

Ze wilde in stilte begraven worden. “Er is toch niemand die me zal missen”. Geen gedoe, gewoon in een simpele kist en wegbrengen. Nee, haar neef uit Rotterdam hoeft er niet bij te zijn. Hij kijkt nu ook niet naar haar om, dus dan zal ie er ook vast geen behoefte aan hebben. En voor koffie is er toch geen geld, en stel je voor dat iemand anders zou moeten betalen voor háár uitvaart. Nee hoor meneer, geen poespas, zo simpel mogelijk.

Achter haar bescheidenheid hoorde ik vooral de eenzaamheid. En teleurstelling in het leven. Ze was ooit op een vervelende manier aan de kant gezet door haar werkgever. De weinige familie die ze had, had zich van haar afgekeerd na een onduidelijk akkefietje. De mensen moesten haar niet, ze kon ze maar beter op een afstand houden. Dan deed het ook minder pijn… Maar dat ze steeds minder goed voor zichzelf kon zorgen, dat zag ze ook wel in. Als je niet meer lopen kunt, wordt het leven wel ingewikkeld, zeker als je boven woont, zonder lift. Maar hulp had ze niet nodig, welnee. Per goeie gratie mocht Suzanne wel een keer binnenkomen, nadat die voor haar de medicijnen van de apotheek had opgehaald. En een paar weken later mocht ze even een kopje thee met haar drinken. En toen er een reparatie aan de televisie nodig was, mocht zowaar Suzannes vriend ook wel even meekomen en kreeg hij ook een kopje thee. Nog wat later werd ook Jan Pieter van het vrijwilligersnetwerk uit de stad toegelaten, om mevrouw te helpen bij de administratie. Hij kreeg ook thee, en kreeg er zelfs een kokosmakroon erbij. Er schitterde langzamerhand weer iets in de oude ogen van mevrouw.

Twee jaar later zitten tien mensen aan een tafel in een zaaltje. Thee en kokosmakronen op tafel, klassieke gitaarmuziek op de achtergrond. Het is wat onwennig, want de meesten kennen elkaar niet. Ze kenden alleen mevrouw, en dan nog maar kort. Jan Pieter was er. Suzanne en haar vriend, die praktische klusjes gedaan hadden. Kees, die af en toe met haar naar het ziekenhuis ging. Corine en Annelies, die alleen maar op bezoek kwamen, toen Suzanne zag dat mevrouw daar toch wel behoefte aan had. Om te praten over de boeken die gelezen hadden of de concerten de ze bezocht hadden. En allemaal hadden ze een beetje aandacht, een stukje liefde aan mevrouw gegeven.

Ze hadden de kist gesloten na een laatste blik op het lichaam van mevrouw. Zo meteen, na de thee, zou ze weggebracht worden naar het crematorium. Ze hadden bewust de wensen van mevrouw genegeerd en waren toch samengekomen voor haar afscheid. Ze hadden mevrouw in de laatste twee jaar van haar leven laten zien dat er toch mensen waren die haar moesten, die haar zagen staan, die haar namen zoals ze was. En zij had zowaar hun hulp en aandacht aangenomen. Ze hadden haar eenzaamheid doorbroken en haar teleurstelling wat verlicht. Haar een beetje liefde gegeven, tot het allerlaatste afscheid aan toe.